Laden Evenementen

Leren in veiligheid

Het Schoolpsychologencongres van vrijdag 20 maart is tot nader order uitgesteld. Dit vanwege de aangescherpte maatregelen ter voorkoming van de verdere verspreiding van het coronavirus COVID-19. Informatie over een nieuwe datum volgt binnenkort. Houd de website van het congres in de gaten: https://www.stichtingwkk.nl/jaarcongres/algemene-informatie

direct inschrijven

 

Programma

09:00 uur Inschrijving en koffie
09:30 uur Opening door dagvoorzitter
09:45 uur Keynote Bram Orobio de Castro: Doen alsof of doen wat werkt?
Kunnen we meer doen tegen pesten en ander agressief gedrag op school?
10:30 uur Keynote Leony Coppens: Traumasensitief lesgeven
11:15 uur Koffiepauze & informatiemarkt
11:45 uur Workshopronde 1
12:45 uur Lunch & informatiemarkt
13:45 uur Workshopronde 2
14:45 uur Koffiepauze & informatiemarkt
15:15 uur Keynote Eveline Crone: Breinlessen in het onderwijs
16:00 uur Keynote Iva Bicanic: Hoe school het verschil kan maken voor slachtoffers van seksueel misbruik
16:45 uur Afsluiting en borrel

 

direct inschrijven

 

Keynote sprekers

Bram Orobio de Castro

Doen alsof of doen wat werkt?
Kunnen we meer doen tegen pesten en ander agressief gedrag op school?

Kinderen leren op school veel meer dan lezen en rekenen. De school is een kleine samenleving, waar kinderen leren hoe je met elkaar samenwerkt en samenleeft. Hoe belangrijk het is dat kinderen leren samenleven blijkt uit lange termijn onderzoek, waar kinderen die gepest werden, eenzaam waren of juist gepest hebben, als volwassenen meer kans hebben op sociale en maatschappelijke problemen en (mentale) gezondheidsklachten, met alle kosten van dien.

Leren samenleven op school gaat niet vanzelf, en lukt op sommige scholen veel beter dan op andere scholen. Veel leerlingen, leerkrachten en ouders zijn dan ook op zoek naar manieren om sociaal gedrag op school te bevorderen en sociale problemen als uitsluiting, eenzaamheid, pesten en agressie te voorkomen.

Tussen de vele initiatieven en projecten op dit gebied is het echter niet makkelijk te weten wat werkelijk helpt. Hoe voorkomen we daadwerkelijk problemen? Hoe voorkomen we dat we dingen doen die weliswaar goed voelen of leuk zijn, maar niet echt resultaat hebben? En is de context waarbinnen wij ons best doen om kinderen sociaal gedrag te leren daar wel geschikt voor? Of is de druk op kinderen, leerkrachten en hulpverlening veelal te groot om effectief problemen te kunnen voorkomen?

De afgelopen jaren is hier in Nederland en internationaal veel over geleerd: We weten dat sociaal gedrag bevorderd kan worden en dat pesten en gedragsproblemen enigszins voorkomen en verminderd kunnen worden. We weten dat dit verbeterd welzijn, gezondheidswinst en kostenbesparingen oplevert. We weten hoe belangrijk het is om leerlingen zelf aan te laten geven wat voor hen werkt. We weten steeds beter wat niet werkt (en dat het toch moeilijk blijkt daar dan mee te stoppen). En last but not least: we weten hoe complicerend de invloeden kunnen zijn van maatschappelijke factoren buiten school

In deze lezing ga ik na welke kennis wij als leerlingen, leerkrachten, ouders, hulpverleners en beleidsmakers beschikbaar hebben om de sociale ontwikkeling van kinderen te bevorderen en sociale problemen te voorkomen. Daarbij wordt aandacht besteed aan aanpakken met complete klassen en scholen, aan gerichte aanpakken voor individuele leerlingen met sociale problemen, en aan de noodzaak de maatschappelijke voorwaarden te verbeteren om daadwerkelijk effectief te kunnen werken op school.

Prof.dr. Bram Orobio de Castro (1970) is sinds 2019 hoogleraar Orthopedagogiek aan de Universiteit van Amsterdam en was daarvoor sinds 2007 hoogleraar Ontwikkelingspsychopathologie aan de Universiteit Utrecht. Met zijn groepen onderzoekt hij ontwikkeling, preventie en effectieve behandeling van agressief en regelovertredend gedrag. Op basis van hun onderzoek naar sociale waarneming door kinderen met gedragsproblemen en sociale relaties in gezinnen en klassen werden effectief gebleken aanpakken voor kinderen, scholen en ouders ontwikkeld en geimplementeerd. Bram is tevens voorzitter van de erkenningscommissie psychosociale interventies van de databank jeugdinterventies, van het consortium ExtrAct voor effectieve behandeling van gedragsproblemen (ZonMW) en hoofdonderzoeker van ‘Wat Werkt Tegen Pesten?’ (NRO) een nationale evaluatie van programma’s tegen pesten op school.


Leony Coppens

Traumasensitief lesgeven

Kinderen die in hun vroege kindertijd meerdere stressvolle en/of traumatiserende ervaringen hebben opgedaan laten op school vaak gedrag zien dat voor leerkrachten moeilijk te begrijpen is. Ook blijven hun schoolresultaten vaak achter en kenmerkt hun schoolcarrière zich vaak door veel schoolwisselingen. Waar de leerkracht er meestal vanuit kan gaan dat de leerlingen in de klas op hem of haar vertrouwen, gaat deze vlieger bij deze kinderen vaak niet op. Dat is lastig voor de leerling en voor de leerkracht. Tegelijkertijd biedt juist de relatie tussen de leerling en de leerkracht de kans om de nieuwe herstellende ervaringen op te doen, waardoor het kind positievere verwachtingen en overtuigingen kan ontwikkelen. Leerkrachten kunnen hierdoor een ongelooflijk belangrijke rol spelen in het leven van deze kinderen.

Traumasensitief onderwijs sluit vaak al goed aan bij vaardigheden en kennis waar leerkrachten over beschikken. Tijdens een training realiseren veel leerkrachten dat ze vaak intuïtief al de juiste dingen doen. Tegelijkertijd worden ze zich er ook van bewust dat sommige manieren die bij andere kinderen goed werken bij deze kinderen een averechts effect kunnen hebben. Door meer te weten over de impact van trauma en stress kunnen leerkrachten het gedrag van de betreffende leerlingen beter begrijpen en beter begeleiden.

In de presentatie licht ik toe wat de effecten van chronische stress zijn op de ontwikkeling van de hersenen en daarmee op de mogelijkheden om mee te komen op school, zowel wat betreft het leren als wat betreft het omgaan met anderen in de school. Hierna bespreek ik de pijlers van traumasensitief onderwijs en hoe dit kinderen en leerkrachten ten goede komt.

Leony Coppens (1966) is klinisch psycholoog, gespecialiseerd in de behandeling van traumagerelateerde problemen bij kinderen. Zij is lange tijd hoofd behandeling geweest van een Top Referent Trauma Centrum. Momenteel geeft zij als vrijgevestigd klinisch psycholoog therapie, training en supervisie.

Leony Coppens publiceerde o.a. de training ‘Zorgen voor getraumatiseerde kinderen – een training voor opvoeders’ en ‘Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen – een praktisch handboek voor het basisonderwijs’ . Op basis van dit boek ontwikkelde Leony tevens een training die inmiddels zijn weg heeft gevonden in het Nederlandse onderwijs.


Iva Bicanic

Hoe school het verschil kan maken voor slachtoffers van seksueel misbruik 

Seksueel misbruik is nog steeds een onderbelicht probleem, ook al is er onomstotelijk bewijs voor de omvang en impact ervan. Je kunt er psychisch en lichamelijk hartstikke ziek van worden. 1 op de 3 misbruikte mannen en 1 op de 4 misbruikte vrouwen heeft dit nooit aan iemand verteld. De mensen die wel onthullen, doen dat vaak pas als volwassene. Dat betekent dat er nu veel misbruikte kinderen met een geheim rondlopen. En dat is zorgelijk, omdat de helft van hen zonder hulp opnieuw misbruik gaat meemaken. De lezing gaat verder in op deze ongemakkelijke feiten, maar biedt ook perspectief over wat de rol van school kan betekenen in de disclosure van misbruik en de weg naar effectieve hulp.

Dr. Iva Bicanic is klinisch psycholoog en coördinator van het Landelijk Psychotraumacentrum in het UMC Utrecht. Vanaf 1997 werkt zij met kinderen, jongeren en jong-volwassenen die seksueel trauma hebben meegemaakt. Als co-auteur werkte zij mee aan de Horizon en STEPS methodiek voor de behandeling van de gevolgen van seksueel trauma voor resp. kinderen en adolescenten. Tevens is zij landelijk coördinator van het multidisciplinaire Centrum Seksueel Geweld. In maart 2014 is zij gepromoveerd op het onderwerp ‘psychological and biological correlates of adolescence rape‘.


Eveline Crone

Breinlessen in het onderwijs

Wat motiveert jongeren om zich in te zetten voor school, sociale relaties en de maatschappij? In deze lezing benadruk de dynamische hersenontwikkeling in de leeftijdsperiode van 6-25 jaar en welke kansen dit biedt voor optimale ontwikkeling. Een van de inzichten uit de neurowetenschappen is dat de hersenen van jongeren zich asynchroon ontwikkelen, waarbij emotionele kernen extra gevoelig zijn in de adolescentie. Deze gevoeligheid gaat gepaard met een lange ontwikkeling van hersengebieden die belangrijk zijn voor cognitieve controle, perspectief nemen en afwegingen voor de toekomst. In deze lezing presenteer ik inzichten van onderzoek die kunnen bijdragen aan een beter begrip van drijfveren van jongeren, zoals de behoefte om risico’s nemen, erbij horen en het ervaren van respect, impact en autonomie.

Eveline Crone is hoogleraar Neurocognitieve Ontwikkelingspsychologie en hoofd van de afdeling Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie van het Instituut Psychologie aan de Universiteit Leiden. Het onderzoek van Eveline Crone richt zich op de hersenontwikkeling van menselijke cognitie en gedrag van kinderen en adolescenten. Het lab focust zich vooral op de fundamentele veranderingen van hersenfuncties die gekoppeld zijn aan het kunnen anticiperen, produceren en evalueren van complexe keuzes in het dagelijks leven. Eveline en haar onderzoeksgroep publiceren regelmatig in internationale toonaangevende vakbladen. Naast haar werk in de wetenschap vertaalt Eveline haar bevindingen aan het grote publiek. In 2018 publiceerde ze een geheel vernieuwende versie van het Nederlandstalige boek ‘Het puberende brein’ voor een groter publiek waarvan > 100.000 exemplaren zijn verkocht.


Parallelsessies

Emily Brugman & Carolien Wijnker

Psychologie in de klas: mentoren geven les over stress

De kranten staan de laatste tijd bol van rapporten die laten zien dat de huidige generatie jongeren gebukt gaat onder mentale druk en last heeft van stress. Jongeren groeien op in een snel veranderende wereld, waarin de digitalisering hen voor nieuwe uitdagingen stelt. Hoewel stress hebben niet ongezond is -het lichaam maakt zich klaar om uitdagingen aan te gaan- is het hebben van stress over stress wel ongezond.

UvA-psychologen Emily Brugman en Carolien Wijnker beogen met hun project PSIEG jonge mensen op een gezonde manier met stress om te leren gaan. Te vaak horen ze in de praktijk bij coaching of behandeling van volwassenen: “had ik dit maar op school geleerd”. En waarom ook niet? Emily en Carolien hebben daartoe in samenwerking met een grotere middelbare school in Haarlem de lessenserie ‘Stress’ ontwikkeld, zowel voor de onderbouw als de bovenbouw. De lessen zijn erop gericht om leerlingen bewust te maken van wat stress is, wat stresssignalen zijn en het biedt hen praktische handvatten. Ook maken de lessen het onderwerp stress bespreekbaar en kunnen ze een signalerende functie hebben. De lessen worden gegeven door de mentoren en PSIEG traint hen daarbij. Ouders worden ook bij de lessen betrokken.

In deze interactieve workshop kun je ervaren hoe het is om als leerling les te krijgen over stress. Je ondervindt verschillende werkvormen en krijgt zo een kijkje in de lesmodule. Deze module is afgelopen jaar voor het eerst is uitgevoerd. We delen graag onze ervaringen. Hoe is het voor mentoren om les te geven over psychologie? Waar lopen zij tegenaan? En hoe vinden de leerlingen het? We laten graag zien hoe we bij PSIEG op een luchtige manier psychologische kennis in de klas brengen. En we gaan graag hierover met jullie in gesprek.

Emily Brugman en Carolien Wijnker werken als docent-psychologen samen bij de afdeling Klinische Psychologie van de Universiteit van Amsterdam. Emily heeft naast haar werk bij de UvA een eigen praktijk waarin ze (jong-)volwassenen coacht die vraagstukken in hun persoonlijk leven of loopbaan willen aanpakken: www.emilybrugman.nl. Carolien is GZ-psycholoog en praktijkhouder van het Instituut voor Directieve Interventies, waar zij psychologische hulp biedt aan volwassenen. Ook is zij praktijkopleider binnen de postmaster GZ-opleiding. Samen hebben zij in 2018 PSIEG opgericht.

PSIEG ontwikkelt activerend lesmateriaal over algemene psychologische thema’s, zoals stress, geheugen en slaap. Op maat en in nauwe samenwerking met het voortgezet onderwijs. De lessen worden gegeven door de eigen docenten, welke door PSIEG zijn getraind. Ouders worden bij de lessen betrokken via ouderavonden op school.


Nathalie Vriezelaar

Radicaal of puberaal? De rol van de tweedelijnsprofessional in de school

In deze workshop gaan we in op de thema’s polarisatie en radicalisering. Waar hebben we het eigenlijk over? Hoe kunt u of uw collega’s radicalisering herkennen, welke signalen zijn belangrijk? Wat kunt u vervolgens doen? Hoe gaat u het gesprek aan met de leerling, met ouders en met school?
Aan de hand van een informatieve toelichting gaat u ook interactief aan de slag om (meer) (in)zicht te krijgen op hoe gebeurtenissen, situaties en kenmerken het welzijn en leven van een jongere positief of negatief beïnvloeden of zelfs de kans lopen op een ontwikkelpad richting radicalisering.

Deskundigheidsbevordering voor professionals die werken op het gebied van sociale veiligheid loopt als een rode draad door het werk van Nathalie Vriezelaar. Met haar achtergrond als cognitief psycholoog kijkt zij naar houding en gedrag in relatie tot een professionele context. Sinds 2007 is zij actief op het onderwerp radicalisering. Als beleidsmaker bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) heeft zij veel kennis en expertise opgedaan met name op beleidsontwikkeling en advisering van preventie van radicalisering voor het onderwijs. In haar huidige functie als adviseur bij Stichting School & Veiligheid legt zij nog meer verbinding met de onderwijspraktijk. Wat is in de kern belangrijk om als school sociale veiligheid te bevorderen en daarop te focussen in plaats van onveiligheid te verminderen.


Gerda Kraag

Te veel stress – meer dan een individueel probleem

De prevalentie van stress-gerelateerde klachten en gezondheidsproblemen neemt een vlucht. Dit geldt niet alleen voor de werkende populatie, maar ook voor jongvolwassenen, jongeren en zelfs kinderen.  De aandacht in de media voor dit thema zorgt voor een discussie in het publieke domein. Waarom zien we deze trend, wat is er aan de hand dat zoveel mensen in verschillende levensfasen lijden onder de ervaren stress? Wat is stress eigenlijk en wat gebeurt er bij hoge stressniveau’s met ons?
Trends in de prevalentiecijfers duiden erop dat het niet langer vol te houden is om de verantwoordelijkheid voor stress-gerelateerde problemen alleen bij het individu te leggen. Langzaam maar zeker zien we het besef toenemen dat het niet volstaat om individuele interventies in te zetten om de gevolgen te keren. Maar gaat deze ontwikkeling snel genoeg? Wat kan een school doen, een leerkracht, enz.?

Gerda Kraag is werkzaam aan de Universiteit Maastricht (UM), binnen de faculteit psychologie en neurowetenschappen. Zij is opgeleid gedragswetenschapper en gepromoveerd op het thema stres(preventie) bij kinderen. Na een aantal jaren werkzaam te zijn geweest als projectleider en klinisch therapeut is zij terug gekeerd naar de UM. Uit haar cv blijkt de affiniteit voor het bevorderen van de mentale gezondheid, in het bijzonder het welzijn van jongeren/jeugdigen binnen de schoolcontext. De onderzoeksthema’s stress en de groepsdynamiek rondom pesten staan centraal in haar huidige onderwijsfunctie binnen Maastricht University. Zij is verheugd om op het Schoolpsychologencongres van 2020 een bijdrage te leveren aan het thema van het congres: “Leren in veiligheid”, waar zij meer over stress bij jeugdigen zal vertellen.


Bart Vogelaar, Sanne Pronk & Marleen van Tetering

Workshop ‘Nieuwe wetenschappelijke inzichten’

Tijdens deze workshop komen 3 wetenschappers hun onderzoek presenteren:

Presentatie 1 – Bart Vogelaar: Potentieel om te leren: welke factoren spelen een rol bij het leerproces van hoogbegaafde kinderen?

Van hoogbegaafde kinderen wordt soms aangenomen dat hun leerproces anders verloopt dan dat van andere kinderen. Zo wordt soms aangenomen dat zij sneller leren, executieve functies op een hoger niveau beheersen en dat zij minder hulp nodig hebben om op een hoog niveau te kunnen presteren. In deze presentatie zal worden ingegaan op het potentieel om te leren van hoogbegaafde kinderen, waarbij stil wordt gestaan bij de factoren die het ontvouwen van dit potentieel kunnen beïnvloeden zoals executief functioneren en testangst. In hoeverre zijn deze processen anders dan bij andere kinderen?

Bart Vogelaar werkt als universitair docent bij de sectie Ontwikkelings- en Onderwijspsychologie van de Universiteit Leiden. Hier geeft hij onderwijs op het gebied van cognitieve ontwikkeling van kinderen en schoolpsychologie. Ook doet hij onderzoek naar de cognitieve ontwikkeling van hoogbegaafde kinderen, waarbij hij in het bijzonder geïnteresseerd is in het meten van het potentieel om te leren en het in kaart brengen van de factoren die het ontvouwen van potentieel vergemakkelijken danwel vermoeilijken. Daarnaast geeft hij onderwijs bij de post-academische opleiding School Psychologie van het RINO en het RCSW en de ECHA-opleiding.

Presentatie 2 – Sanne Pronk: De leerling die uitvalt

Deze presentatie geeft een indrukwekkend beeld van de problematiek waar leerlingen die na een lange schoolloopbaan en hulpverleningsgeschiedenis in een onderwijs-zorg arrangement terecht komen, mee te maken hebben. Knelpunten in de gehele schoolloopbaan en in de overgang terug naar regulier onderwijs komen aan de orde. Het gaat in deze presentatie over het kijken ‘achter het gedrag’ van leerlingen, het dichter bij elkaar brengen van onderwijs en zorg, helderheid over regie en verantwoordelijkheden, vasthouden én volhouden. Deze presentatie is gebaseerd op de resultaten van onderzoek uitgevoerd bij School2Care (Altra Onderwijs & Jeugdhulp).

Sanne Pronk is afgestudeerd als Orthopedagoog aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en werkt als praktijkonderzoeker en methodiekontwikkelaar bij Altra Onderwijs & Jeugdhulp, verenigd in Ihub. Haar werkzaamheden liggen op het snijvlak van onderwijs en jeugdhulp. Momenteel werkt zij o.a. aan een groot onderzoek naar de effectiviteit van het intensieve onderwijs-zorg programma School2Care, in het kader van haar promotie bij de Universiteit van Amsterdam.

Presentatie 3 – Marleen van Tetering: Neuropsychologische inzichten voor in de klas: Over individuele verschillen en interventie

Er zijn grote verschillen tussen kinderen en jonge adolescenten in hun schoolprestaties en gedrag. Individuele verschillen in neuropsychologische vaardigheden zoals het plannen en organiseren, en de aandacht en gedragsregulatie kunnen hier een belangrijke rol in spelen. Maar door welke kind- en omgevingsfactoren wordt de ontwikkeling van deze vaardigheden beïnvloed? En hoe kun je een (achterblijvende) ontwikkeling gericht stimuleren? Deze presentatie gaat over de meerwaarde van neuropsychologische kennis in het onderwijs.

Dr. Marleen van Tetering werkt als neuropsycholoog bij Denkkracht (Centrum voor neuropsychologische expertise) en heeft een post-doc aanstelling aan Leiden Universiteit (afdeling Onderwijswetenschappen). Haar expertise richt zich op factoren die bijdragen aan individuele verschillen in de neuropsychologische ontwikkeling en de relatie met leren en gedrag. Daarnaast doet zij toegepast onderzoek vanuit de ambitie om kennis uit de neuropsychologie te delen en toepasbaar te maken voor gebruik in het onderwijs.


Evelyne Offerman & Michiel Asselman

Bewegen van trauma bewustzijn naar een schoolbreed traumasensitief onderwijsklimaat

Voor veel leerlingen is het leven niet zonder zorgen. Mishandeling, scheiding, armoede en andere vormen van stress in de directe leefomgeving kunnen een destructieve impact hebben op het leren en gedrag van leerlingen. Voor deze leerlingen kunnen leerkrachten en andere onderwijsprofessionals het verschil maken: de school als baken van veiligheid, rust en vertrouwen voor iedere leerling.

Traumasensitief Onderwijs is enorm in ontwikkeling, zowel internationaal als in Nederland. Steeds meer hele schoolteams volgen de teamtraining ‘Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen’ van Coppens e.a. Zij zijn geraakt door het onderwerp en komen in beweging om het verschil te maken voor de leerlingen in hun school die veel hebben meegemaakt.

De teamtraining is een cruciaal onderdeel aan de start van het proces, maar veel scholen vragen zich af hoe ze de verdere ontwikkeling van traumasensitief onderwijs binnen hun school kunnen aanpakken. Met subsidie vanuit het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) heeft Orion samen met andere partners een handboek voor de implementatie van Traumasensitief Onderwijs ontwikkeld om te beantwoorden aan die vraag uit het onderwijsveld.

Deze workshop heeft als doel:
●    U mee te nemen in de noodzaak van het creëren van een traumasensitief onderwijs klimaat voor alle kinderen.
●    Actuele ontwikkelingen rondom traumasensitief onderwijs in Nederland te bespreken.
●    U volop houvast en ideeën te bieden in de ontwikkeling van traumabewustzijn naar een traumasensitief onderwijsklimaat.

Evelyne Offerman is orthopedagoog, praktijkonderzoeker en projectleider Traumasensitief Onderwijs bij Orion, stichting voor openbaar speciaal onderwijs in Amsterdam. Voor haar promotieonderzoek is zij als buitenpromovendus verbonden aan het Universitair Medisch Centrum Amsterdam en de Universiteit van Amsterdam.

Michiel Asselman is orthopedagoog-generalist en projectleider Traumasensitief Onderwijs bij Stichting Orion, stichting voor openbaar speciaal onderwijs in Amsterdam.

Binnen het project traumasensitief onderwijs verbinden Evelyne Offerman en Michiel Asselman onderzoek naar ACE’s en trauma in de speciaal onderwijs populatie aan innovatie en ontwikkeling van de praktijk op het gebied van traumasensitief onderwijs. Hun ‘Handboek traumasensitief onderwijs, bewegen van traumabewustzijn naar een schoolbreed traumasensitief onderwijsklimaat’ zal ten tijde van het schoolpsychologencongres worden gepresenteerd.


Eefke Faasen

Verbindend gezag (Nieuwe autoriteit) in het onderwijs.
Het begint met waakzame zorg.

In deze workshop wordt kennis gemaakt met Verbindend gezag (ook wel bekend onder de naam ‘Nieuwe autoriteit’) en de wijze waarop wij deze implementeren binnen scholen. Het principe van waakzame zorg vormt een belangrijk vertrekpunt als het gaat om verbindend gezag, het geeft richting en taal aan het pedagogisch handelen van professionals.

Verbindend gezag is gebaseerd op de 5 pijlers van geweldloos verzet (Gandhi et al.): aanwezigheid, de-escaleren, aanwezigheid, support en begrenzen. Prof. Haim Omer (Tel Aviv) heeft deze vorm van gezag oorspronkelijk ontwikkeld voor gezinnen met jongeren met ernstige gedragsproblemen. Inmiddels is dit terrein uitgebreid naar vele verschillende contexten, zoals het onderwijs. Het belangrijkste doel van Verbindend gezag is om niet langer te handelen vanuit (on)macht, maar vanuit kracht. Het besef dat je alleen controle hebt op je eigen gedrag, draagt daaraan bij. Vriendelijkheid én vastberadenheid zijn houdingsaspecten die helpen om op een geweldloze manier verzet te bieden tegen ongewenst gedrag. In plaats van toenemende verwijdering, ontstaat weer verbinding en wordt de gezagsrelatie hersteld.

De theorie wordt zoveel mogelijk gekoppeld aan de praktijk, op basis van de ervaringen die wij hebben opgedaan.

Eefke Faasen is werkzaam als vrijgevestigd gezondheidszorgpsycholoog in de basis GGZ en als trainer Verbindend Gezag. Samen met Erik Faasen is zij als docent verbonden aan RINO amsterdam en geven zij de opleiding: ‘Nieuwe autoriteit en geweldloos verzet op school.’ Zij hebben Verbindend gezag inmiddels op veel scholen succesvol geïmplementeerd, zowel in het primair basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs. De trajecten die zij op scholen aanbieden zijn divers, variërend van groepen die van de rails (dreigen te) lopen, tot trajecten waarbij aandacht besteed wordt aan de basishouding van verbindend gezag, om vooral preventief te werk te gaan.

Eefke Faasen werkt vanuit de overtuiging dat ieder mens een ‘anker’ nodig heeft: iemand die hem of haar niet opgeeft. Zij heeft zelf een achtergrond als groepsleerkracht in het speciaal basisonderwijs, daar heeft zij de kracht van gezag in verschillende opzichten ervaren.


Annemieke Figee & Léonie van Rijn

Veiligheid in het docententeam
Typische patronen in (on)veilige teams en hoe je die helpt doorbreken

•    Tot welke prestaties komen teams waarin psychologische veiligheid is geborgd?
•    Voorwaarden voor veiligheid, ofwel wat moet er in de bovenstroom geregeld zijn?
•    Welk gedrag is aanwezig in veilige teams?
•    Hoe creëren teams hun eigen onveiligheid? Typische patronen in onveilige teams
•    De rol van de psycholoog: valkuilen en kansen. Welke invloed heb je (niet)?
•    Luie teaminterventies: we geven een tips om met minder energie teams makkelijker in beweging te krijgen.

Annemieke Figee en Léonie van Rijn zijn beide psycholoog en teamcoach. Zij begeleiden organisaties op weg naar betere resultaten, door te werken aan succesvol samenwerkingsgedrag. Ook trainen ze professionals die beter willen worden in het coachen van teams. Samen zijn ze eigenaar van Firijn. In december publiceerden ze hun derde boek: Samenwerken voor gevorderden.

Lees hier hun blog.

 

Deel dit bericht, kies het platform!